Dompel je onder in het Vlaanderen van de 16de eeuw (Kijktip)

Vorig jaar was in Nederland de serie Het Verhaal van Nederland te zien. Op de Vlaamse televisie kan je nu kijken naar ‘Het Verhaal van Vlaanderen’, gepresenteerd door Tom Waes. Op een vergelijkbare wijze als in de Nederlandse serie duikt hij in de geschiedenis van het gebied.

Aflevering 6 gaat specifiek over de godsdiensttwisten in de 16de eeuw. De Beeldenstorm raasde over de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden, gevolgd door het repressieve beleid van de Spaanse koning Filips II. De Hertog van Alva, door de koning aangesteld als landvoogd van de Nederlanden, maakte zich gehaat door de instelling van de Raad van Beroerten, een rechtbank die meer dan 10.000 mensen veroordeelde tot verbanning of zelfs de dood. De edellieden Egmond en Horne moesten het met de dood bekopen. Zij werden onthoofd op de Grote Markt in Brussel.

Het waren deze omstandigheden die onze voorouder Aernout Mattheeusen deed besluiten zijn geboortedorp Snaaskerke in West-Vlaanderen te verlaten en de Westerschelde over te steken.

Kijk hier de aflevering ‘Hoe Geraak Ik In de Hemel’ terug. Helaas is aanmelden bij de VRT daarvoor een vereiste.





Gereformeerde kerk te Vlissingen herdacht oorlogsslachtoffers in gedenkboekje

Het is 5 november. In het jaar 1940 komen op die datum Jan van den Driest en Maria Geertruida van den Driest-de Boo van Uijen om het leven bij een geallieerd bombardement in Vlissingen (Koudekerkscheweg Zuid 4A).

De Gereformeerde kerk te Vlissingen, waartoe zij behoorden, bracht na de oorlog een boekje uit, waarin herinneringen aan de oorlogsjaren zijn verzameld. Het heet De kerk in stormgetij en bevat een beschrijving van de geschiedenis van de Petruskerk aan de Paul Krugerstraat, en van het kerkelijk leven vóór en na de bevrijding.

Het echtpaar Van den Driest staat vermeld in de lijst met oorlogsslachtoffers uit de gemeente. Ook is een stukje opgenomen over de dominee destijds, Ds. G. Smeenk (1904-1971), die van 1935 tot 1945 predikant was in Vlissingen. Na het ongeluk namen hij en zijn vrouw twee kinderen van het omgekomen echtpaar in huis: “Wie in de gemeente zou ’t vergeten zijn, dat hij twee weezen, die op ’t onverwachts vader en moeder bij een bombardement verloren hadden, tot zich nam! ’t Was een heele opoffering maar Ds. en Mevrouw Smeenk meenden dat zij in Gods weg waren, wanneer zij die taak op zich namen.” (De kerk in stormgetij, blz. 23).

De jongste zoon, Anthon van den Driest (1934-2019), groeide op als pleegkind bij het echtpaar Aarnoutse-Jasperse.

Oud-donateur van de Stichting Aart Walraven uit Zoutelande kreeg een exemplaar van De kerk in stormgetij ten geschenke. Hij oordeelde dat dit exemplaar, dat overigens in uitstekende staat verkeert, het beste thuishoorde bij de nakomelingen van Anthon, met wie hij al vanaf de jaren zeventig een vriendschapsband onderhield. Zodoende schonk hij het aan diens kinderen. Hij overhandigde het boekje aan secretaris Marcel, die hem hiervoor zeer erkentelijk is.

Kijktip: Het verhaal van Nederland is ook het verhaal van ons

Woensdag 9 maart 2022 gaat de aflevering van televisieprogramma ‘Het verhaal van Nederland’ over Geuzen en papen. Dat is de periode van de Reformatie, de Opstand van Nederlandse gewesten tegen het Spaanse, katholieke rijk, en de daarmee gepaard gaande vluchtelingenstroom vanuit de Zuidelijke Nederlanden naar het noorden. Onze voorvader Aernout Mattheeusen van den Driessche was één van die vluchtelingen.

Uitzending: woensdag 9 maart 2022, 20:35 uur, NPO 1.

Jan van den Driessche (Drusius) en de Statenvertaling

Deze week verscheen een nieuwe vertaling van de Bijbel. De allereerste vertaling in het Nederlands is de Statenvertaling uit 1637. De uit Vlaanderen afkomstige hoogleraar Jan van den Driessche (1550-1616), alias Drusius, was betrokken bij de voorbereiding van die vertaling. Van hem is bekend dat hij als familiewapen voerde: in zilver, zes zwarte ronde gespen.

Drusius, afkomstig uit Oudenaarde, was hoogleraar in de oosterse talen in achtereenvolgens Oxford, Leiden en Franeker. Zowel Willem van Oranje als Marnix van Sint Aldegonde waren bekend met zijn werk en bewonderden hem. Toen Drusius inging op de uitnodiging van de universiteit van Franeker deed Willem van Oranje een vergeefse poging zijn vertrek uit Leiden te voorkomen. Hij drong er bij de Leidse curatoren op aan zijn salaris te verhogen.

‘Sieraad der Leidsche academie’
In het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek lezen we over Drusius: “Marnix probeerde Drusius een grote rol te geven bij de Statenvertaling, de eerste officiële Nederlandse vertaling van de Bijbel in opdracht van de Synode van Dordrecht. Voornamelijk door de bemoeiing van den gedeputeerde M. van Idzaerda werd Drusius in 1596 gekozen tot mederevisor van de bijbelvertaling, waarmede Marnix was belast; eene onderneming, die door verschillende oorzaken echter niet is voleindigd. 15 Dec. 1598 was Marnix gestorven. Van de bijbelvertaling was niet meer gereed dan het boek Genesis. Er was maar één man, zegt H.C. Rogge, die Marnix vervangen kon, namelijk Drusius. Ruim zeven jaren was hij een sieraad geweest der leidsche academie en prins Willem had het betreurd dat curatoren hem lieten vertrekken, toen hij op voordeelige voorwaarden werd uitgenoodigd naar Friesland over te komen. Marnix zelf had hem in 1594 geschreven: ‘Ik wenschte wel dat onze kerken op u zagen en u deze taak opdroegen, wat ik ook aan velen gezegd heb’. (P.J. Blok, P.C. Molhuysen, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek dl. 1 (1911) 753-757, ald. 754-755).

Printed by Paulus Aertsz. van Ravensteyn by order of the Dutch States-General – Nederlands Bijbel Genootschap, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=2495912

In de Statenvertaling klinkt direct en indirect de stem van Drusius door. Vanaf 1600 schreef hij in opdracht van de Staten-Generaal toelichtingen bij de moeilijkste passages uit het Oude Testament. Bij de uiteindelijke bijbelvertaling, die duurde van 1616 tot 1635, waren zijn oud-studenten Wilhelmus Baudartius, Gerson Bucerus en Johannes Bogerman betrokken.

Zijspoor
Uiteindelijk belandde Drusius op een zijspoor. In zijn proefschrift De nieuwtestamentische commentaren van Johannes Drusius (Melissant 2006) schrijft Dr. P. Korteweg: “Drusius is een beoefenaar van zuiver filologische (taalkundige) exegese van de bijbel geweest, met volledig respect voor de tekst en zijn boodschap. Hij was overtuigd van het nut van deze benadering voor theologie en kerk.” Door deze ondogmatische opstelling laadde hij de verdenking op zich de gereformeerde leer aan te tasten.

Fragment van het geschilderd portret van Drusius uit 1606, met rechtsboven de familiewapens Van den Driessche en Goddaerts, het wapen van zijn tweede vrouw.

Drusius overleed in 1616. Hij was een tijdgenoot van onze voorvader Aernout Mattheeusen van den Driessche (± 1545-1620). Aernout stond, als lidmaat van de Nederduitsch-Hervormde gemeente in Grijpskerke in contact met mede-gemeentelid Claes de Cnock (net als Aernout afkomstig uit Snaeskercke) en Ds. Lodewijck d’Herde. Van D’Herde en De Cnock is bekend dat ze Balthazar de Moucheron kenden, die begin 17de eeuw eigenaar was van buitenplaats Munnikenhof in Grijpskerke. Deze uit Antwerpen afkomstige koopman, was reder en één van de belangrijkste grondleggers van Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). D’Herde was vóór zijn komst naar Grijpskerke de persoonlijk assistent van Marnix van Sint Aldegonde. Zo zie je, dat onze voorvader Aernout Mattheeusen één handdruk verwijderd was van sleutelfiguren uit de vaderlandse geschiedenis.

Een bruiloft in 1947 in beeld

Tegenwoordig is een videoreportage van een bruiloft heel gewoon. In 1947 was dat wel anders. Er zijn unieke beelden opgedoken van de bruiloft van Jan van den Driest (1923-1967) en Jannetje Maljaars (1921-2015) op 23 juli 1947 in Oostkapelle, de geboorteplaats van de bruid.
Met dank aan Marinus Vader voor het ter beschikking stellen van deze video.

Vanaf 0’36 zien we het bruidspaar, gevolgd door twee bruidsmeisjes. Daarna (0’52) zien we Adriaan van den Driest (1892-1970) en zijn vrouw Elizabeth de Wolff (1893-1979), de ouders van de bruidegom, geheel in het zwart.

Vanaf 1’19 zijn te zien Suzanna van den Driest, de zus van de bruidegom, en haar verloofde Jan Jacob Vader. Zij zouden het jaar daarop trouwen.

Hotel Britannia in Vlissingen: vroeger en nu

Het was jarenlang één van de gezichtsbepalende gebouwen aan de boulevard in Vlissingen: Hotel Britannia. Het hotel wordt, na jaren gesteggel, nu eindelijk herbouwd. We kregen al een idee hoe het eruit komt te zien.

Oudere familieleden weten nog wel hoe het oude hotel eruit zag. Een hotel vol grandeur en internationale aantrekkingskracht. Op de foto hieronder uit omstreeks 1931 staan Jan van den Driest en Maria Geertruida van den Driest-de Boo van Uijen met hun oudste zoon Jan op het Vlissingse strand voor het hotel.

Heeft u ook foto’s van familieleden bij, voor of in het hotel? Stuur ze op naar de familiestichting! Dan verzamelen we de foto’s hieronder.

Bekijk de kaart van Snaaskerke uit de tijd van Mattheeus

Dit jaar bleek uit onderzoek in het Rijksarchief in Brugge dat de familie Van den Driest afstamt van Mattheeus van den Driessche uit Snaaskerke in West-Vlaanderen. Hij overleed daar, in of kort voor 1576. Om een beeld te krijgen van de situatie in Snaaskerke en omgeving kunnen we de Heraldische kaart van het Brugse Vrije raadplegen, gemaakt door Pieter Pourbus in de jaren 1562-1571. Dat is dus uit de periode dat Mattheeus leefde.

Pieter Pourbus, Heraldische kaart van het Brugse Vrije (resterende deel uit oorspronkelijke kaart) (1571-) http://www.vlaamsekunstcollectie.be, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=24110224

Van de oorspronkelijke kaart is slechts een gedeelte bewaard gebleven. Een kopie van de hand van Pieter Claeissens, waarschijnlijk uit 1601, bevindt zich in het Stadsarchief in Brugge. Een facsimile-uitgave van de grote kaart is te vinden in het boek Het Brugse Vrije in beeld door Bart van der Herten (Leuven 1998). De kaart is het best leesbaar in de getekende versie van J. Petit, gepubliceerd in het midden van de negentiende eeuw. Deze Figuratieve kaart van het Brugse Vrije is te downloaden via de Beeldbank Kusterfgoed.

Pourbus / Petit, J., Figuratieve kaart van het Brugse Vrije, zich uitstrekkend tot over Nieuwpoort, Stadsarchief Oostende, Publiek domein.

Op de kaart is te zien dat Snaaskerke een kleine dorpsgemeenschap was. Er staan een kerk, een molen en een paar huizen afgebeeld.

Pourbus / Petit, J., Figuratieve kaart van het Brugse Vrije (detail).

Uit de akten van het wezerijregister van het Brugse Vrije is gebleken dat Mattheeus gronden bezat in Snaaskerke en omgeving. Zijn zoon Aernout Mattheeusen trok vóór 1591 naar het eiland Walcheren en vestigde zich in Poppendamme. Ook Niclaes de Cnock verliet zijn geboortedorp Snaaskerke. Evenals Aernout komt hij voor in de kerkelijke registers van Grijpskerke. Niclaes was getrouwd met Maeijken, mogelijk de zus van Aernout. Bij de doop van Aernouts dochter Jacquemijntgen (20 februari 1595) is Maeijken de huisvrouwe van Claes de Cnock getuige.

Aanwijzingen
In 1615 reisde Aernout naar Brugge om een akte op te stellen waarin zijn landerijen worden beschreven. In die akte staan allerlei aanwijzingen over de precieze locaties. Hopelijk kunnen we met behulp van deze gegevens én de bovenstaande kaart zijn bezittingen lokaliseren.

Broeder Van den Driessche bestreed de pest

Pieter van den Driessche

Portret van Pieter van den Driessche (1664), overste van het St.Juliaansgasthuis in Brugge van 1662 tot 1698. Foto: Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) Brugge.

De wereld is in de ban van het coronavirus. Zelfs met onze moderne technologie en kennis is het uiterst lastig om een pandemie de kop in te drukken. Ook in vroeger eeuwen werd de mensheid geconfronteerd met besmettelijke ziekten. Vaak stond men toentertijd nóg machtelozer. Zo brak in 1666 de pest uit in Brugge. Pieter van den Driessche werd aangesteld als ‘pestbestrijder’, een taak waarvan hij zich succesvol kweet.

Nauwgezet
Pieter werd door de stedelijke ‘Camere van Gesontheyt’ aangesteld als administratief hoofd van de pestbestrijding. Per dag en per huis noteerde hij nauwgezet het verloop van de besmetting en de daaraan verbonden kosten en inkomsten. In totaal eiste de pestepidemie in Brugge 1357 mensenlevens, onder wie 655 kinderen.

Of we familie zijn van Pieter van den Driessche en of hij een familiewapen voerde, weten we helaas niet.

Bronnen:
Jozef Geldhof, ‘De pestepidemie in Brugge 1665-1667’, in: Biekorf 75 (1974) 305-328.
Brugge in 100 objecten,
https://bruggein100objecten.wordpress.com/2017/08/04/pestis-brugana-van-thomas-montanus/

400ste sterfdag van Aernout van den Driessche (1)

Op 4 januari 1620 overleed Aernout Mattheeusen van den Driessche, de oudst bekende voorvader van de familie Van den Driest. Dat is precies 400 jaar geleden. In dit herdenkingsjaar zullen we in enkele afleveringen aandacht besteden aan zijn levensdata en proberen een beeld te schetsen van de omstandigheden waarin hij geleefd moet hebben. Als eerste deel van deze serie is hieronder een verslag te lezen van een bezoek dat ik op deze gedenkwaardige dag bracht aan Aernouts woonplaats Poppendamme en Grijpskerke.

Zaterdag 4 januari 2020
Het was misschien een dag zoals vandaag: helder, zacht en zonnig. Vierhonderd jaar geleden verwisselde op deze dag Aernout Mattheeusen van den Driessche het tijdelijke met het eeuwige. Ook in 1620 viel 4 januari op een zaterdag. Twee dagen later werd hij op het kerkhof van Grijpskerke ter aarde besteld.
Ik ben naar Poppendamme gereden, een buurtschap in het hart van het eiland Walcheren, de woonplaats van Aernout. Ik parkeer bij Hof Poppendamme aan de Poppendamseweg, een Restaurant en Beleefboerderij met speeltuin.

 

 

 

 

 

 

 

Op deze zaterdag is het gevuld met spelende kinderen, die met driewielers en karretjes heen en weer rijden. De inrichting is een allegaartje van houten stoelen en tafels, afgewisseld met enkele ‘broccante’ zitbanken, op één waarvan mijn vrouw en ik hebben plaatsgenomen. We bestellen koffie en appeltaart. Aan de muur hangen reproducties van schilderijen uit diverse stijlperioden.
De vraag die in je opkomt is natuurlijk: was dit vroeger het hof van Aernout? Ik weet niet of we daar ooit achter zullen komen. Poppendamme was in de zeventiende eeuw niet groter dan nu en zal bestaan hebben uit een aantal boerderijen die op de vingers van één hand zijn te tellen. In ieder geval zal elke vierkante meter van Poppendamme voor hem vertrouwde grond zijn geweest. Hier woonde hij, hier stichtte hij een gezin met zijn vrouw Janneken Vermeere.

Hun namen komen voor op de lidmatenlijst van Grijpskerke uit 1604. Kerkelijk behoorde Poppendamme namelijk tot de gemeente van Grijpskerke.[1] De kerk van Poppendamme had de beeldenstorm niet overleefd en was compleet verwoest. Op de lijst staat Janneken vermeld als huijsvrouw van Arnout van Driessche. Mogelijk zijn ze ook in Grijpskerke gehuwd. Vanaf 1591 kregen ze vijf kinderen. We weten zodoende dat het jaartal van vestiging in Poppendamme vóór 1591 ligt.

Kerkgang
Elke zondag legde het gezin Van den Driessche de weg van Poppendamme naar Grijpskerke af voor de wekelijkse kerkgang. Onderweg zagen ze het Munnikenhof liggen, de buitenplaats die destijds in bezit was van de Antwerpse koopman en reder Balthazar de Moucheron (1552-±1630). In of kort na 1605 verkocht hij Munnikenhof aan staatsman en dichter Jacob Cats (1577-1660). Van De Moucheron is bekend dat hij één van zijn kinderen in Grijpskerke heeft laten dopen. Mogelijk heeft Aernout de twee bewoners van Munnikenhof nog gezien of gesproken.

Gingen ze met een koets, zat Aernout op een paard of gingen ze te voet? Over de welstand waarin Aernout verkeerde zijn kort geleden meer gegevens opgedoken. Ook toen hij al in Poppendamme woonde, bezat hij land in zijn geboortedorp Snaaskerke. In 1615 reisde Aernout naar Brugge om daaromtrent een notariële akte op te laten stellen. Daaruit is af te leiden dat hij niet armlastig was. Was hij geletterd? Dat is niet bekend, maar wel waarschijnlijk. Hopelijk komt er ooit nog een akte tevoorschijn die door hem is ondertekend.

In de Nederduits Gereformeerde kerk heeft hij preken aangehoord van Ds. Lodewijck d’Herde,[2] die nog hofprediker was geweest van Filips van Marnix, heer van Sint Aldegonde. Op diens verzoek werd d’Herde in 1595 beroepen in West-Souburg.[3] Zijn opvolger in Grijpskerke was Ds. Joannes Paneel.

Snaaskerke
Over het leven van Aernout vóórdat hij op Walcheren kwam wonen, weten we niets. Alleen zijn geboorteplaats is bekend: Snaaskerke, enkele kilometers landinwaarts vanaf Oostende. Dit wordt in 1618 vermeld in het trouwboek van Grijpskerke bij de inschrijving van de ondertrouw met Maeijken Jans. Hij trouwde als weduwnaar van Snaeskercke. Janneken Vermeere was dus overleden. Het betekent níet dat hij als weduwnaar uit Snaaskerke is vertrokken. Bij trouwinschrijvingen werd altijd de geboorteplaats van de echtelieden vermeld.

Onbeantwoorde vragen
Zodoende weten we meer níet dan wel over het leven van Aernout. Zijn geboortedatum is onbekend en de namen van zijn ouders zijn niet zeker. Wanneer is hij vertrokken uit Snaaskerke en welke route heeft hij gevolgd naar Walcheren? Ook weten we niet hoe hij eruitzag. Gezien de gemiddelde lichaamslengte in die tijd zal hij niet langer zijn geweest dan 1,65 meter, maar welke kleding droeg hij? Had hij net zo’n Spaanse kraag als Balthazar de Moucheron?
Wat we wèl weten zetten we in dit herdenkingsjaar overzichtelijk op een rij. De onderwerpen die hierboven kort zijn aangestipt zullen het komende jaar stuk voor stuk nader worden uitgewerkt. Door te redeneren vanuit de beschikbare feiten kunnen we dingen reconstrueren en nieuwe onderzoeksvragen formuleren. Zo vergroten we hopelijk onze kennis over het leven van Aernout Mattheeusen van den Driessche.

Marcel van den Driest
4 januari 2020

Noten:
[1] “Netherlands, Zeeland Province, Church Records, 1527-1907,” images, FamilySearch (https://familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QSQ-G9QJ-S2PY?cc=2036997&wc=MCLG-JNL%3A345031601%2C345176301%2C345178801 : 22 May 2014), Nederlands Hervormd > Grijpskerke > Dopen 1591-1730, 1734-1764, 1806-1884 Trouwen 1591-1763, 1806-1884 Lidmaten 1591-1730, 1735-1764 > image 348 of 452; Nederlands Rijksarchiefdienst, Den Haag (Netherlands National Archives, The Hague).
[2] Louis de Herde werd later vlootpredikant aan boord van een schip van Balthasar de Moucheron naar het West-Afrikaanse eiland Il Principe. Zie L.J. Joosse, Geloof in de Nieuwe Wereld: ontmoetingen met Afrikanen en Indianen (1600-1700) (Utrecht 2008) 151.
[3] F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen: zijnde een vervolg op P. de la Rue, Geletterd, staatkundig en heldhaftig Zeeland, Volume 3 (1893) 371; A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden, dl. VIII, 1e Stuk (Haarlem 1867) 641; Verslagen omtrent ’s rijks oude Archieven, Volume 22 (1900) 57.

 

 

 

Drusius ‘hangt’ in Vlissingen

VLISSINGEN – Het portret uit 1606 van Prof. Joannes Drusius (Jan van den Driessche uit Oudenaarde) hangt tegenwoordig in Vlissingen! Dat wil zeggen: een geslaagde afdruk op canvas van een foto van het originele schilderij. Het is afgedrukt op 60×45 cm, bijna ‘op ware grootte’.

Rechtsboven op het portret is een afbeelding te zien van het familiewapen: in zilver zes zwarte ronde gespen. Zodoende is Drusius de oudste persoon van wie bekend is dat hij dit wapen voerde. Een verwantschap tussen hem en de familie Van den Driest is nog niet bekend.

Secretaris Marcel kocht er een bijpassende ‘baklijst’ bij en kan nu dagelijks genieten van Drusius in zijn studeerkamer. Voor wie belangstelling heeft ook zoiets te maken: neem contact op met de secretaris. Hij kan een digitaal fotobestand leveren dat geschikt is voor de canvasafdruk op deze grootte.