Op 4 januari 1620 overleed Aernout Mattheeusen van den Driessche, de oudst bekende voorvader van de familie Van den Driest. Dat is precies 400 jaar geleden. In dit herdenkingsjaar zullen we in enkele afleveringen aandacht besteden aan zijn levensdata en proberen een beeld te schetsen van de omstandigheden waarin hij geleefd moet hebben. Als eerste deel van deze serie is hieronder een verslag te lezen van een bezoek dat ik op deze gedenkwaardige dag bracht aan Aernouts woonplaats Poppendamme en Grijpskerke.
Zaterdag 4 januari 2020
Het was misschien een dag zoals vandaag: helder, zacht en zonnig. Vierhonderd jaar geleden verwisselde op deze dag Aernout Mattheeusen van den Driessche het tijdelijke met het eeuwige. Ook in 1620 viel 4 januari op een zaterdag. Twee dagen later werd hij op het kerkhof van Grijpskerke ter aarde besteld.
Ik ben naar Poppendamme gereden, een buurtschap in het hart van het eiland Walcheren, de woonplaats van Aernout. Ik parkeer bij Hof Poppendamme aan de Poppendamseweg, een Restaurant en Beleefboerderij met speeltuin.


Op deze zaterdag is het gevuld met spelende kinderen, die met driewielers en karretjes heen en weer rijden. De inrichting is een allegaartje van houten stoelen en tafels, afgewisseld met enkele ‘broccante’ zitbanken, op één waarvan mijn vrouw en ik hebben plaatsgenomen. We bestellen koffie en appeltaart. Aan de muur hangen reproducties van schilderijen uit diverse stijlperioden.
De vraag die in je opkomt is natuurlijk: was dit vroeger het hof van Aernout? Ik weet niet of we daar ooit achter zullen komen. Poppendamme was in de zeventiende eeuw niet groter dan nu en zal bestaan hebben uit een aantal boerderijen die op de vingers van één hand zijn te tellen. In ieder geval zal elke vierkante meter van Poppendamme voor hem vertrouwde grond zijn geweest. Hier woonde hij, hier stichtte hij een gezin met zijn vrouw Janneken Vermeere.

Hun namen komen voor op de lidmatenlijst van Grijpskerke uit 1604. Kerkelijk behoorde Poppendamme namelijk tot de gemeente van Grijpskerke.[1] De kerk van Poppendamme had de beeldenstorm niet overleefd en was compleet verwoest. Op de lijst staat Janneken vermeld als huijsvrouw van Arnout van Driessche. Mogelijk zijn ze ook in Grijpskerke gehuwd. Vanaf 1591 kregen ze vijf kinderen. We weten zodoende dat het jaartal van vestiging in Poppendamme vóór 1591 ligt.
Kerkgang
Elke zondag legde het gezin Van den Driessche de weg van Poppendamme naar Grijpskerke af voor de wekelijkse kerkgang. Onderweg zagen ze het Munnikenhof liggen, de buitenplaats die destijds in bezit was van de Antwerpse koopman en reder Balthazar de Moucheron (1552-±1630). In of kort na 1605 verkocht hij Munnikenhof aan staatsman en dichter Jacob Cats (1577-1660). Van De Moucheron is bekend dat hij één van zijn kinderen in Grijpskerke heeft laten dopen. Mogelijk heeft Aernout de twee bewoners van Munnikenhof nog gezien of gesproken.
Gingen ze met een koets, zat Aernout op een paard of gingen ze te voet? Over de welstand waarin Aernout verkeerde zijn kort geleden meer gegevens opgedoken. Ook toen hij al in Poppendamme woonde, bezat hij land in zijn geboortedorp Snaaskerke. In 1615 reisde Aernout naar Brugge om daaromtrent een notariële akte op te laten stellen. Daaruit is af te leiden dat hij niet armlastig was. Was hij geletterd? Dat is niet bekend, maar wel waarschijnlijk. Hopelijk komt er ooit nog een akte tevoorschijn die door hem is ondertekend.
In de Nederduits Gereformeerde kerk heeft hij preken aangehoord van Ds. Lodewijck d’Herde,[2] die nog hofprediker was geweest van Filips van Marnix, heer van Sint Aldegonde. Op diens verzoek werd d’Herde in 1595 beroepen in West-Souburg.[3] Zijn opvolger in Grijpskerke was Ds. Joannes Paneel.

Snaaskerke
Over het leven van Aernout vóórdat hij op Walcheren kwam wonen, weten we niets. Alleen zijn geboorteplaats is bekend: Snaaskerke, enkele kilometers landinwaarts vanaf Oostende. Dit wordt in 1618 vermeld in het trouwboek van Grijpskerke bij de inschrijving van de ondertrouw met Maeijken Jans. Hij trouwde als weduwnaar van Snaeskercke. Janneken Vermeere was dus overleden. Het betekent níet dat hij als weduwnaar uit Snaaskerke is vertrokken. Bij trouwinschrijvingen werd altijd de geboorteplaats van de echtelieden vermeld.
Onbeantwoorde vragen
Zodoende weten we meer níet dan wel over het leven van Aernout. Zijn geboortedatum is onbekend en de namen van zijn ouders zijn niet zeker. Wanneer is hij vertrokken uit Snaaskerke en welke route heeft hij gevolgd naar Walcheren? Ook weten we niet hoe hij eruitzag. Gezien de gemiddelde lichaamslengte in die tijd zal hij niet langer zijn geweest dan 1,65 meter, maar welke kleding droeg hij? Had hij net zo’n Spaanse kraag als Balthazar de Moucheron?
Wat we wèl weten zetten we in dit herdenkingsjaar overzichtelijk op een rij. De onderwerpen die hierboven kort zijn aangestipt zullen het komende jaar stuk voor stuk nader worden uitgewerkt. Door te redeneren vanuit de beschikbare feiten kunnen we dingen reconstrueren en nieuwe onderzoeksvragen formuleren. Zo vergroten we hopelijk onze kennis over het leven van Aernout Mattheeusen van den Driessche.
Marcel van den Driest
4 januari 2020
Noten:
[1] “Netherlands, Zeeland Province, Church Records, 1527-1907,” images, FamilySearch (https://familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QSQ-G9QJ-S2PY?cc=2036997&wc=MCLG-JNL%3A345031601%2C345176301%2C345178801 : 22 May 2014), Nederlands Hervormd > Grijpskerke > Dopen 1591-1730, 1734-1764, 1806-1884 Trouwen 1591-1763, 1806-1884 Lidmaten 1591-1730, 1735-1764 > image 348 of 452; Nederlands Rijksarchiefdienst, Den Haag (Netherlands National Archives, The Hague).
[2] Louis de Herde werd later vlootpredikant aan boord van een schip van Balthasar de Moucheron naar het West-Afrikaanse eiland Il Principe. Zie L.J. Joosse, Geloof in de Nieuwe Wereld: ontmoetingen met Afrikanen en Indianen (1600-1700) (Utrecht 2008) 151.
[3] F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen: zijnde een vervolg op P. de la Rue, Geletterd, staatkundig en heldhaftig Zeeland, Volume 3 (1893) 371; A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden, dl. VIII, 1e Stuk (Haarlem 1867) 641; Verslagen omtrent ’s rijks oude Archieven, Volume 22 (1900) 57.