Jan van den Driessche (Drusius) en de Statenvertaling

Deze week verscheen een nieuwe vertaling van de Bijbel. De allereerste vertaling in het Nederlands is de Statenvertaling uit 1637. De uit Vlaanderen afkomstige hoogleraar Jan van den Driessche (1550-1616), alias Drusius, was betrokken bij de voorbereiding van die vertaling. Van hem is bekend dat hij als familiewapen voerde: in zilver, zes zwarte ronde gespen.

Drusius, afkomstig uit Oudenaarde, was hoogleraar in de oosterse talen in achtereenvolgens Oxford, Leiden en Franeker. Zowel Willem van Oranje als Marnix van Sint Aldegonde waren bekend met zijn werk en bewonderden hem. Toen Drusius inging op de uitnodiging van de universiteit van Franeker deed Willem van Oranje een vergeefse poging zijn vertrek uit Leiden te voorkomen. Hij drong er bij de Leidse curatoren op aan zijn salaris te verhogen.

‘Sieraad der Leidsche academie’
In het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek lezen we over Drusius: “Marnix probeerde Drusius een grote rol te geven bij de Statenvertaling, de eerste officiële Nederlandse vertaling van de Bijbel in opdracht van de Synode van Dordrecht. Voornamelijk door de bemoeiing van den gedeputeerde M. van Idzaerda werd Drusius in 1596 gekozen tot mederevisor van de bijbelvertaling, waarmede Marnix was belast; eene onderneming, die door verschillende oorzaken echter niet is voleindigd. 15 Dec. 1598 was Marnix gestorven. Van de bijbelvertaling was niet meer gereed dan het boek Genesis. Er was maar één man, zegt H.C. Rogge, die Marnix vervangen kon, namelijk Drusius. Ruim zeven jaren was hij een sieraad geweest der leidsche academie en prins Willem had het betreurd dat curatoren hem lieten vertrekken, toen hij op voordeelige voorwaarden werd uitgenoodigd naar Friesland over te komen. Marnix zelf had hem in 1594 geschreven: ‘Ik wenschte wel dat onze kerken op u zagen en u deze taak opdroegen, wat ik ook aan velen gezegd heb’. (P.J. Blok, P.C. Molhuysen, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek dl. 1 (1911) 753-757, ald. 754-755).

Printed by Paulus Aertsz. van Ravensteyn by order of the Dutch States-General – Nederlands Bijbel Genootschap, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=2495912

In de Statenvertaling klinkt direct en indirect de stem van Drusius door. Vanaf 1600 schreef hij in opdracht van de Staten-Generaal toelichtingen bij de moeilijkste passages uit het Oude Testament. Bij de uiteindelijke bijbelvertaling, die duurde van 1616 tot 1635, waren zijn oud-studenten Wilhelmus Baudartius, Gerson Bucerus en Johannes Bogerman betrokken.

Zijspoor
Uiteindelijk belandde Drusius op een zijspoor. In zijn proefschrift De nieuwtestamentische commentaren van Johannes Drusius (Melissant 2006) schrijft Dr. P. Korteweg: “Drusius is een beoefenaar van zuiver filologische (taalkundige) exegese van de bijbel geweest, met volledig respect voor de tekst en zijn boodschap. Hij was overtuigd van het nut van deze benadering voor theologie en kerk.” Door deze ondogmatische opstelling laadde hij de verdenking op zich de gereformeerde leer aan te tasten.

Fragment van het geschilderd portret van Drusius uit 1606, met rechtsboven de familiewapens Van den Driessche en Goddaerts, het wapen van zijn tweede vrouw.

Drusius overleed in 1616. Hij was een tijdgenoot van onze voorvader Aernout Mattheeusen van den Driessche (± 1545-1620). Aernout stond, als lidmaat van de Nederduitsch-Hervormde gemeente in Grijpskerke in contact met mede-gemeentelid Claes de Cnock (net als Aernout afkomstig uit Snaeskercke) en Ds. Lodewijck d’Herde. Van D’Herde en De Cnock is bekend dat ze Balthazar de Moucheron kenden, die begin 17de eeuw eigenaar was van buitenplaats Munnikenhof in Grijpskerke. Deze uit Antwerpen afkomstige koopman, was reder en één van de belangrijkste grondleggers van Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). D’Herde was vóór zijn komst naar Grijpskerke de persoonlijk assistent van Marnix van Sint Aldegonde. Zo zie je, dat onze voorvader Aernout Mattheeusen één handdruk verwijderd was van sleutelfiguren uit de vaderlandse geschiedenis.

Drusius ‘hangt’ in Vlissingen

VLISSINGEN – Het portret uit 1606 van Prof. Joannes Drusius (Jan van den Driessche uit Oudenaarde) hangt tegenwoordig in Vlissingen! Dat wil zeggen: een geslaagde afdruk op canvas van een foto van het originele schilderij. Het is afgedrukt op 60×45 cm, bijna ‘op ware grootte’.

Rechtsboven op het portret is een afbeelding te zien van het familiewapen: in zilver zes zwarte ronde gespen. Zodoende is Drusius de oudste persoon van wie bekend is dat hij dit wapen voerde. Een verwantschap tussen hem en de familie Van den Driest is nog niet bekend.

Secretaris Marcel kocht er een bijpassende ‘baklijst’ bij en kan nu dagelijks genieten van Drusius in zijn studeerkamer. Voor wie belangstelling heeft ook zoiets te maken: neem contact op met de secretaris. Hij kan een digitaal fotobestand leveren dat geschikt is voor de canvasafdruk op deze grootte.

Wat heeft Rembrandt met Drusius te maken?

Rembrandt en zijn vrouw Saskia Uylenburgh, afgebeeld op het schilderij De verloren zoon in een herberg, ca. 1635

Het is Rembrandtjaar! Op 4 oktober 2019 is het 350 jaar geleden dat de Nachtwacht-schilder overleed. Door het tv-programma Six over Rembrandt werd ik erbij bepaald dat onze oudste wapenvoerder Johannes van den Driessche (Drusius) méér met Rembrandt te maken had dan je zou denken.

Franeker
Drusius was professor aan de Universiteit van Franeker. Die universiteit was er gekomen mede dankzij de inspanningen van Rombertus Uylenburgh, burgemeester van Leeuwarden, en de latere schoonvader van Rembrandt. De schilder trouwde in 1634 in Friesland met Rombertus’ dochter Saskia (1612-1642).

Aan de stok
Drusius overleed in 1616. Een jongere collega-professor, de Poolse theoloog Makowsky (Maccovius) sprak een lijkrede uit. Helaas is die tekst niet bewaard gebleven, omdat een ‘zeker iemand’ dit verhinderde. Deze ‘zeker iemand’ was Prof. Lubbertus die het regelmatig aan de stok had met Drusius en Maccovius. Tegen de achtergrond van de strijd tussen Arminianen en Gomaristen vond er een verhit debat plaats waarbij flink op de man werd gespeeld. Maccovius trouwde in 1626 met Antje Uylenburgh, een zus van Saskia en werd zo de zwager van Rembrandt.

Jan van den Driessche (Drusius) (1550-1616)

Jan Makowsky (Maccovius) (1588-1644)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schoonvader en zwager
Vóór zijn Franeker periode was Drusius professor in Leiden, de geboortestad van Rembrandt, maar toen was Rembrandt nog niet geboren, en hij was nog geen 10 jaar oud toen Drusius overleed. We kunnen dus concluderen dat Drusius en Rembrandt elkaar weliswaar nooit hebben ontmoet, maar dat Drusius wél bekend was met de schoonvader en met de zwager van Rembrandt.

Universiteit van Franeker

Portretten
Van alle professoren van de Universiteit van Franeker zijn geschilderde portretten bewaard gebleven. Op het portret van Drusius prijkt rechtsboven zijn familiewapen: in zilver, zes zwarte ronde gespen. Een verwantschap tussen hem en de familie Van den Driest is (nog?) niet aangetoond.

Kijk de aflevering van Hier zijn de Van Rossems terug, waarbij de broers en zus een bezoek brengen aan Franeker. Maarten van Rossem staat voor de portrettengalerij in Museum Martena.

 

 

Bronnen:
P.J. Blok, P.C. Molhuysen, Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, deel 1 (1911) 753-757.
Ben Broos, Saskia, de vrouw van Rembrandt (Zwolle 2012).

Portret van Drusius op tv!

Maarten van Rossem vlakbij het portret van Drusius (rechtsboven)

FRANEKER – Het portret van Drusius was donderdagavond te zien in tv-programma Hier zijn de Van Rossems. Maarten, Vincent en Sis van Rossem bezochten Franeker en brachten onder andere een bezoek aan Museum Martena. Daar hangt het geschilderd portret van Jan van den Driessche, alias Joannes Drusius (1550-1616), hoogleraar aan de universiteit van Franeker. De week ervóór waren de Van Rossems nog in Middelburg, de plaats waar hij in 1605 in het huwelijk trad met Susanna Goddaerts. Drusius is de oudst bekende voerder van ons familiewapen: in zilver, zes zwarte ronde gespen. Verwantschap tussen hem en onze familie is niet vastgesteld.

 

Kwaliteiten
Tijdens het bezoek van de Van Rossems aan het museum ging de aandacht vooral uit naar een andere professor, terwijl er toch heel wat te vertellen is over Drusius. Hij werd geboren in Oudenaarde, studeerde in Engeland en was hoogleraar Oosterse talen in Oxford. Daarna vertrok hij naar de nieuwe universiteit in Leiden. Zowel Marnix van Sint Aldegonde als Willem van Oranje waren met hem bekend en onder de indruk van zijn kwaliteiten als wetenschapper. De laatste probeerde Drusius’ vertrek naar Franeker tevergeefs te voorkomen.

Expertise
In de televisieserie Hier zijn de Van Rossems bezoeken de twee broers en zus wekelijks een stad of stadsdeel. Vanuit hun wetenschappelijke expertise voorzien ze het aanschouwde van commentaar, op hun eigen, wat knorrige wijze.

Bekijk de aflevering op uitzending gemist. Het gedeelte met Drusius begint op 18 minuten.

Professoren van de Academie in Franeker, met Jan van den Driessche, alias Drusius (1550-1616), onderste rij, tweede van rechts.

Detail van het portret van Drusius. Rechtsboven staan de familiewapens Van den Driessche en Goddaerts afgebeeld.

Opnieuw aandacht voor Drusius in Vlaamse Stam

drusiuszw

Johannes van den Driessche (Drusius) 1550-1616. Portret uit 1606 door een anonieme schilder (Museum Martena in Franeker)

MERKSEM (B.) – In haar blad Vlaamse Stam publiceert de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde opnieuw een artikel over Drusius. Het betreft de bijdrage ‘Drusius en zijn familie. Genealogische en heraldische aantekeningen (2) Addenda’, geschreven door Marcel van den Driest (1967). Centraal in het artikel staat de genealogie waartoe Johannes van den Driessche uit Oudenaarde behoort. Hij voerde, aantoonbaar in 1606, ons familiewapen.

Gepuzzel
Het eerste deel van het artikel verscheen in 2010. De gepubliceerde gegevens waren gebaseerd op onderzoek in de Staten van Goed van Oudenaarde, in de bewerking van P. van Butsele. Na veel gepuzzel slaagde Marcel erin de daaruit afgeleide stamboom aan te vullen met namen, jaartallen en data. Hierdoor zijn de directe verwanten van Drusius beter te identificeren.

Hoogleraar
Johannes van den Driessche was in zijn tijd een vooraanstaand geleerde. Hij was hoogleraar Oosterse talen op universiteiten in achtereenvolgens Oxford, Leiden (1577-1585) en Franeker (1585-1616). Toen hij van Leiden naar Franeker wilde vertrekken deed Prins Willem van Oranje een vergeefs beroep op het stads- en universiteitsbestuur van Leiden om Drusius voor de stad te behouden. Een familierelatie tussen hem en de familie Van den Driest is tot dusver niet aangetoond.

Marcel van den Driest, ‘Drusius en zijn familie. Genealogische en heraldische aantekeningen (2) Addenda’. in: Vlaamse Stam 52 (2016), nr. 4 (oktober-december 2016), 413-416.