Mattheeus van den Driessche: zijn vrouwen, zijn herkomst

Onze oudst bekende voorvader Mattheeus van den Driessche († Snaaskerke 1576) komt meerdere malen voor in de 16de eeuwse wezerijregisters van het Brugse Vrije (Westkwartier). Dankzij de akten die genealoog Jan Caluwaerts heeft geraadpleegd en de transcripties die Jan-Willem Besuijen daarvan heeft gemaakt, is nieuwe informatie naar boven gekomen over de vrouwen van Mattheeus. Zo weten we nu dat hij eerst trouwde met de weduwe van Aernout van Trille, en vervolgens met een dochter van diezelfde Aernout uit diens eerste huwelijk. Maar waar kwam Mattheeus zelf eigenlijk vandaan?

Eerste huwelijk
De eerste vrouw van Mattheeus heette Janneken Verhelst (of: Van der Elst). Zij was een dochter van Wouter Verhelst en Magdaleene, en weduwe van Aernout van Trille (overleden na 1543). Janneken overleed in, of kort voor 1569. In de weesakte worden drie kinderen genoemd: Thenkin (of Theukin?), Aertkin en Maijkin. ‘Aertkin’ is de verkleinvorm van Aernout. Daarom stellen wij hem gelijk aan Aernout Mattheeusen van den Driessche, die voor 1590 zijn geboortedorp Snaaskerke verliet en zich vestigde op het eiland Walcheren.

Tweede huwelijk
Mattheeus is vóór 1573 hertrouwd met Jacquemijne (of: Mijnkin) van Trille. Zij was een dochter van Aernout van Trille uit diens eerste huwelijk met Godelieve Pitman. Mattheeus tweede vrouw was dus de stiefdochter van zijn eerste vrouw. Uit het tweede huwelijk van Mattheeus zijn twee kinderen bekend: Thonynken en Christijlkin. Zij worden genoemd in de weesakte uit 1576, opgesteld naar aanleiding van het overlijden van Mattheeus.

Het wezerijregister van ’t Brugse Vrije (Westkwartier) gaat terug tot maar liefst 1458. Opvallend genoeg komt de naam Van den Driessche in de vijftiende en begin zestiende eeuw daarin vrijwel niet voor. De enige naamgenoot die nog vermeld wordt is Jan van den Driessche (ca. 1525-1570), schepen van ’t Brugse Vrije, die aantoonbaar tot een andere familie behoort. Dit alles leidt tot de conclusie dat Mattheeus’ familie niet uit die streek afkomstig is, maar van elders naar ’t Brugse Vrije moet zijn gekomen. Wel is er nog een kleine kans dat zijn voorouders te vinden zijn in het Oostkwartier. De zoektocht wordt dus vervolgd!

Genealoog Jan Caluwaerts (l) op bezoek bij Marcel van den Driest in Vlissingen.

Genealogie
Al deze gegevens zijn nu, met bronvermeldingen, verwerkt in de onderstaande bijgewerkte Genealogie Van den Driest. Om te voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn in dit overzicht geen levende personen opgenomen.

Mattheeus is gevonden!

Het zat er al een tijdje aan te komen, maar nu weten we het zeker: de ouders van onze oudste voorvader Aernout Mattheeusen zijn bekend! Hij was een zoon van Mattheeus van den Driessche, die in, of kort voor 1576 overleed in Snaaskerke, en diens eerste vrouw Janneken Verhelst. Dat blijkt uit een akte uit 1569 uit het Wezerijregister van het Brugse Vrije, het platteland rond de stad Brugge. Begin dit jaar fotografeerde genealoog Jan Caluwaerts deze akte voor ons in het Rijksarchief in Brugge.

Thenkin, Aertkin en Maijkin liberi Mattheeus van (den)
Driessche by Janneken fa. Wouter Verhelst
(Rijksarchief Brugge, Wezerijregisters Brugse Vrije, Westkwartier, reg.nr. 16527, fol. 141) Transcriptie: Jan-Willem Besuijen.

Uit zijn huwelijk met Janneken Verhelst, dochter van Wouter Verhelst (of Van der Elst), zijn drie kinderen bekend: Thenkin (of: Theukin?), Aertkin en Maijken. Zij waren alle drie nog minderjarig op het moment dat hun moeder overleed. De vermelding van deze ‘Aertkin’, de verkleinvorm van Aernout, was het ontbrekende puzzelstukje. We waren Mattheeus in Snaaskerke al eerder tegengekomen in de archiefstukken, maar er was nog geen bewijs dat hij een zoon Aernout had. Dat bewijs is met deze akte nu wél geleverd.

‘Vrijlaet in Camerlinx’

Over Mattheeus weten we dat hij grond bezat in de streek. Hij wordt vermeld als ‘vrijlaet in Camerlinx’. Dat betekent dat hij als vrij man een inwoner was van het Camerlinckx- ambacht, het gebied van de parochies Stene, Snaaskerke, Leffinge, Middelkerke, Slijpe/Mannekensvere, Westende en Wilskerke. Na de dood van Janneken Verhelst (vóór 1569), hertrouwde Mattheeus met Jacquemijne van Trille. Deze naam kwamen we eerder tegen in de onderzoeksresultaten. Ook uit dat huwelijk werden kinderen geboren: Thonynken en Christijlkin (jong gestorven).

Een kaart die de situatie weergeeft van Snaeskerke en omgeving in de tweede helft van de zestiende eeuw. Notice sur la carte géographique et héraldique du Franc de Bruges / ouvrage de Pierre Pourbus (Brugge 1852).

Hoe is deze informatie naar boven gekomen?

Begin 2021 ging Jan Caluwaerts opnieuw naar het Rijksarchief in Brugge om voor de stichting onderzoek te doen in de Verzameling Omlopers Vincent. We hoopten daarin meer informatie te vinden over de bezittingen die Aernout Mattheeusen van den Driessche nog in 1615 had in en rond Snaaskerke. Dit leverde helaas niets op. Echter, Caluwaerts wist ons te melden dat er in Vlaanderen recentelijk indexen waren verschenen van oude archieffondsen. Dat maakt het zoeken in de omvangrijke registers aldaar een stuk eenvoudiger! Roland Verté indexeerde het Wezerijregister van het Brugse Vrije en daarin bleek een aantal vermeldingen voor te komen die betrekking had op Van den Driessche en Van Trille.

Wat betekent deze vondst?

Nu we de namen weten van de ouders van Aernout Mattheeusen van den Driessche betekent dit concreet dat we onze stamboom met één generatie verder terug in de tijd kunnen uitbreiden. Niet langer is Aernout Mattheeusen onze oudst bekende voorvader, maar Mattheeus. Zijn geboortejaar is niet bekend, maar kan ingeschat worden op omstreeks 1525. De oudste vermelding van zijn naam stamt uit 1569.

De namen van de kinderen uit het eerste huwelijk van Mattheeus (Mattheeus, Aernout en Maijken), klinken zeer bekend en sluiten naadloos aan bij de namen die we later terugvinden aan de overkant van de Westerschelde, in de doopboeken van Grijpskerke. En passant bewijst deze informatie de hypothese die secretaris Marcel eerder formuleerde, dat Aernout een oudere broer Mattheeus moet hebben gehad. Of deze broer ook de oversteek naar Walcheren heeft gewaagd, is niet bekend.

De raad van het Brugse Vrije verzameld in hun landhuis, Gillis van Tilborgh, begin 17de eeuw, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=77631455.

Bed & Breakfast

Voogd van de weeskinderen uit zowel Mattheeus’ eerste als die uit zijn tweede huwelijk was Philips Gheerts, poorter te Brugge. Dit duidt erop dat hij waarschijnlijk (aan-)verwant was van Mattheeus en mogelijk getrouwd was met een zus van hem. In Annales de la Société d’émulation de Bruges, Volume 43, staat  een overzicht van de inwoners van Brugge in 1580, Le Cadastre de la  Ville de Bruges. Daarin komt voor: “Vidua (de weduwe) Philips Gheerts” op het adres Sint-Niklaasstraat (of Mosterdstraat) nr. 18.

Tegenwoordig is op dat adres een B&B gevestigd, SintNik, in een 19de eeuws herenhuis. http://www.sintnik.be/en/kamers/kamer.asp. Voordien was het de locatie van het Sint Niklaashospitaal. Het is onduidelijk hoe het kan dat de weduwe van Philips Gheerts (een Van den Driessche?) daar als enige permanente bewoonster wordt vermeld.

Nieuwe aanknopingspunten

In totaal zijn er zeven zestiende-eeuwse akten gevonden waarin Mattheeus van den Driessche wordt vermeld. Eén daarvan is volledig getranscribeerd door Jan-Willem Besuijen, vrijwilliger bij het Zeeuws Archief. Om meer te weten te komen over de andere personen die in de akten voorkomen, is het ons voornemen om ook de andere akten te laten transcriberen.

In de akten komen tot de verbeelding sprekende namen en beroepen voor: Moris Rijcquaert (vrijlaet in Aertrijcke) en Laureins Valentijn, een oom van de wezen. Latere voogden waren Jaspar Bardoens, stoelendraaier, en Michiel Bracha, wapenmaker, beiden te Brugge. Al deze personen waren op één of andere manier verbonden aan Mattheeus en zijn familie. Dit biedt dus volop nieuwe aanknopingspunten voor verder onderzoek.

Nieuwe vragen

Eerste prangende vraag is of Mattheeus van den Driessche eveneens in Snaaskerke is geboren of van elders afkomstig was. De combinatie van deze voor- en achternaam komt immers ook veel voor in het Land van Waas in de vijftiende en zestiende eeuw, met name in en rond de plaats Elversele. Zo roept elk antwoord weer nieuwe vragen op…